donderdag 17 maart 2016
Van bier naar frisdrank
Deze maand introduceert bierbrouwer Grolsch een nieuw product; 0,0% Radler Ice Tea. Een verfrissende lichtzoete drank zonder alcohol met smaak van citroen en groene thee. Als je het mij vraagt klinkt dit eerder als een glaasje fris, dan als een biertje. En laten we eerlijk zijn, dat is het ook gewoon.
Met de Radler hebben inmiddels vrijwel alle grote brouwers in Nederland de frisdrankmarkt betreden. Eerst met een laag alcoholpercentage van 2,5%, om vervolgens helemaal alcoholvrije varianten aan te bieden. De alcoholvrije Radlers vervullen net als frisdrank de behoefte aan een drankje zonder alcohol, maar dan met het logo van de bierbrouwer erop. Slim, want zo kun je jongeren al op vroege leeftijd aan je binden voordat ze aan het bier gaan/mogen.
Ondertussen gebeurt er verrassend weinig in de markt van de frisdranken. Een beetje minder suiker, ietsje minder zoet, een herintroductie van een oud (retro) merk, maar dat was het wel. De bierbrouwers kunnen hen zonder veel tegenstand de kaas van het brood eten. De grote bierbrouwers worden op hun beurt weer verdrukt door een nieuwe generatie brouwers (welke al lang niet meer klein is), die zich onderscheidt met smaak en ambacht.
Grote kans dat ook grote frisdrankproducenten op termijn last krijgt van nieuwe toetreders die smaak en ambacht gebruiken om zich te onderscheiden van de gevestigde orde. Een risico voor frisdrankproducenten, maar ook een kans om nu in te zetten op kleinschalig, veel smaak, ambacht, hip en aaibaar. Je eigen marktaandeel kannibaliseren is altijd nog beter dan dat een ander dat doet.
Dit artikel verscheen eerder op de TOP blog.
maandag 22 februari 2016
Think Big, Act Small

Iedere ondernemer weet dat innoveren pure noodzaak is om de
concurrentie voor te blijven. En ook om bestaansrecht te behouden in de
competitieve markt waar we ons in bevinden. Hoe je dat aanpakt is voor velen
geen gesneden koek. Hoe doe je dat nou: innoveren? Waar start je?
Vaak wordt er begonnen met een onderzoekstraject om te zien
of idee gerealiseerd kan worden, tegen welke prijs, en of er überhaupt markt
voor is. Op zich niets mis met een beetje voordenken. De valkuil is om te lang
in de papieren te blijven hangen. Het blijven onderzoeken om de
investeringsbeslissing uit te stellen, kost in de praktijk veel geld en
energie. En het levert niets op. Behalve dan rapporten voor in de kast.
Naar mijn mening kun je deze papieren exercitie beter
helemaal overslaan. Ga direct over naar de praktijk! Doe het maar; niet op
papier, maar echt, in de markt. Niet gelijk groot, maar op microschaal. Dat
legt minimale belasting op de focus op lopende zaken en budgetten die daarvoor
nodig zijn.
Lukte het niet? Geen man overboord! Analyseer waarom het
niet lukte, trek je conclusies en ga verder met het volgende idee. Lukte het
wel, en zie je dus potentie om dat wat je op microschaal hebt gedaan in het
groot te gaan doen, dan kun je relatief veilig tijd en geld investeren. Door
steeds kleine stapjes te zetten in plaats van hele grote, blijf je wendbaar in
de steeds sneller veranderende markt.
Het ergst wat er kan gebeuren is dat je er onderweg wat van
leert.
Dit artikel verscheen eerder als column in het vakblad Voedingsindustrie.
woensdag 23 december 2015
Trendwatchers zijn net astrologen
Zodra het begin van het nieuwe jaar nadert struikelen
trendwatchers over elkaar met hun visie op wat ons komende jaar staat te
wachten. In ieder blaadje en online kom je ze nu tegen; de trendlijstjes van
2016.
Ik krijg eigenlijk altijd een beetje jeuk van deze lijstjes,
want het heeft nogal een hoog glazen bol gehalte. Een kijkje in de toekomst.
Begrijp me niet verkeerd, want er zijn echt wel mensen die hier een
bovengemiddelde kijk op hebben, maar veel van de trendwatchers kopiëren elkaar
klakkeloos en blijven hangen in louter algemeenheden.
Eigenlijk niet heel anders dan horoscopen. Een trucje om
algemeenheden zo te beschrijven dat je denkt, “hé dat gaat over mij”. Iedereen
kan zich ermee identificeren juist omdat het zo algemeen is. En we willen het
allemaal heel erg graag geloven.
Nog frappanter dan dat trendwatchers elkaar napraten, is het
feit dat ze de trendlijstjes van het jaar ervoor vaak nauwelijks verschillen.
Ik citeer een gelauwerd trendwatcher over 2016: “Opvallend is de trend naar
ambacht en lokaal..”. Hoezo opvallend? Wat is daar opvallend aan? En vrijwel
dezelfde zin kwam vorig jaar en het jaar daarvoor ook uit de monden van
trendwatchers.
Ik ben dan meer geneigd te kijken naar trendmakers.
Inspirators die laten zien wat er veranderd door te veranderen. Mensen die doen
in plaats van praten. Hun verhalen zijn duizend maal meer inspirerend dan welk
lijstje dan ook.
vrijdag 27 november 2015
Misleiding op een flesje shampoo
Laten we eerlijk zijn. Er zijn nogal wat verpakte
voedselproducten waarbij het etiket het product mooier beschrijft dan het in
werkelijkheid is. Maar de wetgeving omtrent etikettering behoedt ons ervoor dat
verpakkingen van voedselproducten helemaal vol staan met onwaarheden,
dwaalsporen en misleidingen. Hoe erg het had kunnen is te lezen op een
gemiddelde fles douchegel of een ander lichaamsverzorgingsproduct: wat voor
leugens en misleidingen producenten van deze artikelen allemaal op hun etiket
zetten is van een geheel andere categorie.

Een kijkje op de achterkant van de verpakking levert nog
meer vragen op, want er zit van alles in, maar geen vijgenmelk. Er zit wel een
onbekende hoeveelheid extract in afkomstig van vijgen, maar ik betwijfel of dit
hetzelfde is. Volgens de Warenwet ben je in de voedingsindustrie verplicht om
van ingrediënten die op je verpakking afgebeeld staan of zelfs enkel zijn
uitgeschreven, het percentage van het geheel in de declaratie te vermelden.
Blijkbaar geldt dit niet voor verzorgingsproducten.
De ingrediëntendeclaratie is verder op zijn zachtst gezegd
een rookgordijn van Latijnse benamingen voor zowel natuurlijke oliën en
extracten als een batterij aan chemische stofjes waarvan ik als
productontwikkelaar zelfs nog nooit gehoord heb. Je hebt echt geen idee wat je
op je huid smeert!
Dit vind ik sowieso wel een beetje gek. Iedereen lijkt zich
druk te maken over wat we in onze mond stoppen en wat dat voor enge E-nummers
bevat, maar wat je op je grootste orgaan smeert, je huid dus, daar vindt
nauwelijks iemand iets van.
Naast vijgenmelk zijn er talloze andere suggestieve
ingrediënten in dit soort producten, zoals bier, champagne, aloë vera, ei,
collageen (lijm?) en zelfs parels en zijde. Maar nog stuitender vind ik de
zelfbedachte stofjes die niemand kent. Keratine-AA + Ceramide of Cationic
Hydration Interlink. Ik bedoel, wie zegt dat wat?
donderdag 22 oktober 2015
Ontbijten
Ik begin de dag graag met een goed ontbijt. Vers fruit met
yoghurt of een eitje, mij kun je er voor wakker maken. Ik ontbijt omdat ik dat
lekker vind en niet omdat ik ervan overtuigd ben dat dit gezond is of in ieder
geval niet gezonder dan andere maaltijden, afhankelijk van wat je eet
natuurlijk.
Het ontbijt is de belangrijkste maaltijd van de dag. Dit
gegeven is eigenlijk zo bekend bij iedereen dat vrijwel niemand er aan
twijfelt. Instanties als het Voedingscentrum schermen met onderzoeken die
zogenaamd aantonen dat het ontbijt overslaan slecht is voor je gezondheid.
Ontbijten zet de darmen aan het werk en na een hele nacht niet eten is je
lichaam toe aan energie, zo stelt het voedsel voorlichtingsbureau op haar
website.
Maar is dit wel zo? Is het echt ongezond om zonder te
ontbijten de dag te beginnen? Uit onderzoeken door de Universiteiten in Bath en
Alabama blijkt dat de wetenschappelijke onderbouwing van deze stelling nogal
mager is. Deze onderzoekers bekeken de nadelige effecten van niet-ontbijten op
gewicht, stofwisseling, cholesterol en suikerspiegel en konden geen verschil aantonen
tussen wel of niet ontbijten.
Als je zo nu en dan wel eens het ontbijt overslaat hoef je
je dus niet direct schuldig te voelen. Sterker nog: Als niet ontbijten
bijdraagt aan een vastenperiode van twaalf uur of langer, dan kan het zelfs
voordelen hebben voor je gezondheid. Regelmatig vasten kan je lichaam
beschermen tegen ontstekingsreacties en oxidatieve stress en kan het zelfs
positieve effecten hebben tegen diabetes type 2, aldus verschillende
wetenschappelijke bronnen (o.a. Johnsson et al. 2007).
Hieruit blijkt maar weer dat we veel meer NIET weten dan dat
de wetenschap ons soms doet geloven. Het enige waar je echt op kunt vertrouwen
is waar jij je lekker bij voelt. Eet gezond en niet te veel, maar doe dat
vooral wanneer jij er zin in hebt.
Dit artikel verscheen eerder op de TOP blog
Goed en goedkoop
Je hoeft geen econoom te zijn om te begrijpen dat er iets in
de prijsopbouw van ons eten niet klopt. Naast concessies op het gebied van
milieu, dierenwelzijn en eerlijke handel, wordt er vaak flink gekort op de
kwaliteit.
Vaak begint een voedselproducent initieel met een goed
product, gemaakt van zuivere ingrediënten in de juiste verhoudingen. Het
product is lekker en er is niet veel mee geknutseld. Onder druk van afnemers,
moet het steeds iets goedkoper. Het product wordt steeds verder ‘uitgekleed’.
Relatief kostbare ingrediënten worden vervangen voor goedkopere ‘opvullers’,
zoals water of lucht. Daardoor moet er geknutseld worden met stabilisatoren en
andere toevoegingen om het product acceptabel te houden. Dit gebeurt in kleine
stapjes, waardoor de consument er geen erg in heeft.
Toch zijn er methoden om producten goedkoper te maken zónder
aan de kwaliteit ervan te tornen. Denk aan schaalvergroting en/of het automatiseren
van het productieproces. Dat werkt voor zowel samengestelde als ‘natuurlijke’
producten. De ‘Pluckr’ bijvoorbeeld is een druivenonttrosser die in een uur tot
wel 600 kilo druiven van de trossen kan halen (ter vergelijk: één goed
ingewerkte arbeidskracht verwerkt maximaal 25 kilo per uur). Hierdoor worden
losse druiven substantieel goedkoper. Aan de kwaliteit wordt niet getornd.
Hoewel het mogelijk is om bij voedingsproducten de prijs te
reduceren door bijvoorbeeld het verbeteren van de efficiency met
automatisering, vind ik eigenlijk dat we als consument ons bestedingspatroon
moeten veranderen, zodat voeding niet goedkoper hoeft. Dat is beter voor
iedereen in de keten . Ik pleit voor eerlijke prijzen: vanaf de boer tot de
gezonde en lekkere maaltijd op je bord.
Dit artikel verscheen eerder als column in het vakblad voedingsindustrie.
Mild conserveren - een vak apart
Al jaren werken we bij TOP met milde
conserveringstechnologieën zoals PurePulse (PEF) en Pascalisatie (HPP). Met
deze methoden kun je vers bewerkt voedsel zoals groente- en fruitsappen,
soepen, sauzen en zelfs hele maaltijden langer houdbaar maken zonder dat de
verse smaak in het proces verloren gaat. Deze technologieën bieden enorme
kansen voor nieuwe producten, maar het vraagt wel aandacht en expertise op
gebied van product- en procesontwikkeling. Een product dat behandeld is met een
milde conserveringstechnologie is per definitie altijd anders dan een product
dat met conventionele pasteurisatietechnieken houdbaar is gemaakt.
Voorbeeld: Een vers vruchtensap bederft zonder
conserveringsstap binnen enkele dagen. Door het te verhitten (pasteuriseren)
wordt het product houdbaar gemaakt, maar zijn niet alleen alle bacteriën
afgedood. Ook enzymatische processen worden lamgelegd en smaak, vitaminen en
gaan verloren.
Het resultaat is een stabiel houdbaar sap dat maanden goed
blijft maar dat niet al te best smaakt.
Met milde conservering gaat dit iets anders. Deze
technologieën doden wel de bacteriën af maar enzymactiviteit blijft grotendeels
intact en smaak en vitaminen blijven ook behouden. Allemaal positief, maar de
enzymen in het sap zorgen er wel voor dat het sap gedurende houdbaarheid aan
verandering onderhevig is. De enzymen kunnen uitzakking, verkleuring en
vervlakking van smaken veroorzaken.
Het sap is dus niet stabiel en is op dag 1 anders dan 21
dagen na productie. Dit is meestal ook direct de houdbaarheid beperkende factor
van mild geconserveerde sappen. Microbiologisch gezien zijn de sappen net als
na hittepasteurisatie wel maanden houdbaar, maar na enkele weken is het product
zo anders dat het niet meer acceptabel is.
Gelukkig zijn er wel trucjes in product- en
procesontwikkeling waarmee je het enzymatische bederf kunt remmen. Denk hierbij
aan het zoveel mogelijk uitsluiten van zuurstof bij het persen van sap,
aangezien zuurstof de enzymwerking versnelt. Ook in de receptuurontwikkeling
kun je positieve invloed uitoefenen. Smaakvervlakking door enzymen kan de
verhoudingen in smaken veranderen, maar door hier op te anticiperen tijdens het
ontwikkelen van het recept kun je dit controleren. Sommige ingrediënten zijn
ook gevoeliger voor enzymactiviteit dan andere.
Milde conservering heeft dus zijn beperkingen, maar biedt
ook kansen. Over het geheel gezien resulteert milde conservering in producten
met meer smaak, vitamines en vers beleving, zolang je weet wat je doet, en weet
wat je kunt verwachten.
Dit artikel verscheen eerder op www.top-bv.nl/blog
Abonneren op:
Posts (Atom)