dinsdag 23 april 2013

Smaak avonturiers


  In je eerste levensjaren was je een superproever. Je lustte alles en je vermogen om complexe smaken te proeven werkten vele malen beter dan nu. Helaas heb je hier hoogstwaarschijnlijk niet veel mee gedaan. Tenminste, als je net als veel anderen vooral tot snot gekookt potjesvoer hebt gekregen.

 
Je hebt bij de geboorte duizenden smaakpapillen in de mond. Zodra je dertig bent is hier nog maar 5-10% van over.  Als klein kind kon je dus veel beter proeven. Hierdoor ervaar je smaken in die periode veel intenser en heb je voorkeur voor mildere, minder zoete, zoute, zure of bittere smaken.

 
Ondanks deze voorkeur voor mildere smaken is een kind in de eerste levensjaren een avonturier. Alles is nieuw, en alles wordt geprobeerd. Hét moment om te experimenteren met het wennen aan verse smaken. Na die eerste jaren verdwijnt deze avontuurlijke instelling bij een kind, en staat het niet meer open voor nieuwe smaken en texturen. Evolutionair is dit goed te verklaren.

 
In de eerste levensjaren zijn kinderen niet in staat zelfstandig te eten en kunnen ze niet veel anders dan vertrouwen op de moeder dat het voedzaam, niet-giftig eten krijgt. Maar vanaf het moment dat het kind gaat lopen en kruipen, kan het kind praktisch gezien ook zelf dingen in de mond steken. Vandaag de dag doen we er van alles aan om ervoor te zorgen dat een kind zichzelf niet vergiftigt, maar in de tijd van de jagers en verzamelaars zou de avontuurlijke geest van een kind het einde betekenen. Dus eet het kind enkel wat het in de eerste levensjaren geleerd is te eten.

 
Dit zou dus betekenen dat als een kind in de eerste levensjaren niet of nauwelijks in contact komt met bijvoorbeeld verse groente, de kans groot is dat het kind het op iets latere leeftijd niet wil eten. De potjes met babyvoeding van deze tijd staan heel ver af van de smaak en textuur van vers bereid eten. Er zijn natuurlijk nog veel meer factoren, zoals opvoeding om maar iets te noemen, maar ik kan het niet helpen een duidelijke connectie te zien.

 
Meer vers bereid eten dus, in de eerste levensjaren. Maar wel te allen tijden veilig! Je kunt namelijk veel over de producenten van potjes babyvoer zeggen, maar onveilig is het niet. Voedselveiligheid is in deze ontzettend kwetsbare doelgroep nog belangrijker dan smaak en textuur. Er zijn nieuwe start-ups die zich bezig houden met verse babyvoeding, maar die te weinig maatregelen nemen om de veiligheid te garanderen. Het is dan wachten tot het een keer fout gaat, en dan gaat het ook goed fout.

 
Vers bereid en toch veilig. Dan heb je eigenlijk nog maar twee goede keuzes. Je kunt het zelf maken. Belangrijk is dan om het niet te lang te bewaren en om in ieder geval geen zout toe te voegen. Porties invriezen is een goede mogelijkheid, maar wel goed de datum erop schrijven om vergissingen te voorkomen. Of je hebt hier allemaal geen tijd voor en koopt babyvoeding dat met een milde conserveringstechnologie behandeld is, zoals pascalisatie. Vers bereid en toch veilig is hierdoor goed te combineren in een kant-en-klaarproduct. Nu nog een partij die hier in durft te stappen.
 

woensdag 10 april 2013

Suiker met een bijsmaak



 
Waar eerst verzadigd vet als het grootste kwaad werd gezien, is suiker nu de nieuwe boeman in de voedselbranche. Nou ja nieuw, we weten al een tijdje dat te veel suiker dik maakt. Ondanks dit bewustzijn wordt een groeiend deel van de Nederlandse bevolking steeds dikker. Ook al verschijnen er steeds meer suikervrije varianten van voedselproducten, we eten nog steeds te veel suiker. Maar waarom eten we onszelf nog steeds obees aan suiker?

Rebecca Rijnders zegt dat wij verslaafd zijn aan suiker. Er zijn zelfs nog meer gelijkenissen tussen de werking van alcohol en suiker in ons lichaam, volgens Rebecca. Zo zou naast de verslaving suiker dezelfde schadelijke werking op de lever hebben als alcohol dat heeft.
 
Volgens Rebecca Rijnders is een suikertax de oplossing. Door net als bij alcohol accijns op suikerhoudende producten te heffen geef je een duidelijk signaal af aan de bevolking en  kunnen de belastingsinkomsten direct ingezet worden om de groeiende zorgkosten in toom te houden. Maar is een suikertax nou wel de juiste maatregel? Gaat dit het verschil maken?
 
Waarom suiker

De reden waarom suiker toegevoegd wordt aan producten (naast de zoete smaak) verschilt per type product. Bij producten zoals fruitjam heeft suiker een conserverende werking, bij brood of bier dient het als brandstof voor het gist en in ijs werkt het als vriespuntverlaging, waardoor de structuur zacht is. Dit zijn slechts enkele voorbeelden.
 
Maar naast de functionele redenen wordt suiker in voedingsmiddelen vaak toegevoegd als goedkoop vulmiddel of als smaakafleider. Op die manier is het mogelijk om goedkope voedselproducten te maken, en dat is wat de consument graag wil. Zoals bij veel impasses is de oplossing niet in één kamp te vinden. Zowel de producent als de retailer en de consument dienen hun verantwoordelijkheid te nemen.
 
De producent zou suiker moeten vermijden als goedkoop vulmiddel in producten. Dit gaat er echter wel voor zorgen dat producten duurder gaan worden. De retailer moet er voor zorgen dat het aanbod van ‘ongevulde’, duurdere producten gestimuleerd wordt, wellicht door de marges anders te verdelen.
 
De consument dient in te gaan zien dat goedkope producten niet voor niets goedkoop zijn. Dit gaat altijd ten koste van iets, en vaak dus ook ten koste van gezondheid. De consument zal de duurdere, echte producten gaan moeten kopen in plaats van altijd te kiezen voor het goedkoopste alternatief.
 
Om de consument dit in te laten zien zal zowel de producent als de retailer een gedeelde verantwoordelijkheid moeten dragen in communicatie. De producent via reclame-uitingen en de retailer op de winkelvloer. Ook de overheid dient een steentje bij te dragen via voorlichting.
 
Een suikertax kan wel voor wat bewustzijn zorgen, maar draagt ook een groot risico met zich mee. De beweegreden om suiker toe te voegen aan producten is de prijs. Een hogere prijs zal vooral resulteren in nog meer ‘geknutsel’ aan producten om toch vooral goedkoop te blijven.
 
De tijd van het naar elkaar wijzen in de discussie rondom gezonde voeding, suiker en obesitas is voorbij. Niet meer wachten tot een ander iets doet, maar zelf initiatief tonen en handelen.

Deze blog verscheen eerder op foodforfood.info

woensdag 27 maart 2013

Terug naar echt eten!






Als je de achterkant van een willekeurig pakje van Knorr bekijkt, is koken heel erg makkelijk. Je gooit dit bij dat, mengt het door, verwarmen en het is klaar! Je hoeft zelf niet meer na te denken en het resultaat is altijd hetzelfde. Decenialang is ons en onze ouders aangepraat dat we niet meer hoeven na te denken bij het koken. Alles is door de grote producenten voor je uitgedacht, en dus hebben we onze zintuigen niet echt meer nodig bij het bereiden van een maaltijd. We zijn het gevoel voor koken massaal kwijt.

Met dat we het gevoel voor koken kwijt zijn, zijn we ook echt eten uit het oog verloren, en kunnen we de waarde hiervan niet meer inschatten. Waar komt het vandaan? Wat is het verhaal erachter? Het enige wat de consument bereikt is een schijnbeeld van een boer die lachend op de verpakking staat. Maar het is erger dan dit alleen.

Doordat we natuur en gebruik van fossiele brandstoffen als gratis zijn gaan zien; Doordat we door industrialisatie en mechanisatie weinig arbeid nodig hebben om voedsel te produceren; Doordat we steeds beter in staat zijn geworden om producten na raffinage of hevige processing langer te bewaren heeft voedsel nauwelijks waarde meer. We hebben er veel van en we kunnen het achterhouden en er mee handelen totdat het waardeloos wordt. Seizoenen doen er niet meer toe. De consument is hierdoor het contact met echt eten en het bereiden hiervan totaal verloren.

Dit heeft ook behoorlijke gevolgen op onze gezondheid. Via pakjes en zakjes en ander gemaksvoedsel wordt ons vooral geraffineerd eten aangeboden. We krijgen massaal teveel suikers en zout binnen, en hebben een structureel tekort aan vezels en micro-nutriënten. Ondertussen heeft één derde van de Nederlandse bevolking last van een voedingsgerelateerde welvaartsziekte en rijzen de zorgkosten de pan uit.

Het is tijd om wat te doen voor dat het te laat is. We moeten weer in contact komen met echt eten, weten wat het echte verhaal erachter is, weten wat we er in de keuken mee moeten doen, begrijpen wat eten met onze gezondheid doet en bovenal moeten we onze zintuigen weer gaan gebruiken bij het kopen, het bereiden en het eten van ons voedsel.

Er zijn denk ik verschillende manieren om hieraan bij te dragen. Ik ga graag met jullie in discussie over mogelijke initiatieven om consumenten weer in contact te laten komen met echt eten. Werken moestuinen in de steden? Werken smaaklessen op scholen? Wat is de rol van de Horeca? Wat is de rol van de voedingsindustrie?  Wat is de rol van mij en wat is de rol van jou?
 

dinsdag 19 maart 2013

stevia - waarom duurde dat zo lang?


Nog niet heel lang geleden was gebruik van stevia in voedselproducten in Europa verboden, maar sinds dat het is toegestaan zie je het overal. Het wordt gebruikt als een natuurlijke zoetstof in allerlei voedselproducten zoals frisdranken, cereals, zoetjes, chocolade, toetjes en nog veel meer.
 
Het is ook niet zo raar dat dit ingrediënt zo populair werd in een korte tijd. Door de negatieve publiciteit rondom kunstmatige zoetstoffen zoals aspartaam, en ook het groeiende bewustzijn dat we met zijn allen toch echt veel te veel suiker consumeren, wordt stevia een interessant ingrediënt.

Is stevia iets nieuws dat pas (uit)gevonden is? Nee. Het gebruik van het steviaplantje gaat eeuwen geleden terug in Zuid-Amerika, waar het plantje van oorsprong vandaan komt. Spaanse verovereraars namen het plantje al in de 16e eeuw mee naar Europa, maar de interesse voor dit plantje kwam pas met het opkomen van de voedingsindustrie in de 19e eeuw.
 
Pas in 2011 is het in Europa toegestaan om het te gebruiken als een voedselingrediënt. Waarom heeft dit zolang geduurd? Nou ben ik geen aanhanger van complottheorieën, maar het lijkt er toch sterk op dat er andere belangen in het spel waren.
 
Er wordt een hoop gefluisterd dat de suikerindustrie en ook de industrie verantwoordelijk voor kunstmatige zoetstoffen heel erg goed hun best hebben gedaan via politieke lobby om stevia als voedselingrediënt verboden te houden. Stevia zou niet veilig zijn, en nog niet voldoende onderzocht.
 
Voor deze industriën is stevia dan ook een behoorlijke bedreiging, omdat het een natuurlijke origine heeft, de kosten voor productie niet hoog zijn, maar nog belangrijker, omdat het plantje moeilijk gepatenteerd kan worden.
 
Nu zijn dezelfde industriën die het zo lang lijken te hebben tegengehouden bezig met het ontwikkelen van een stofje dat identiek is aan stevia, maar dan geproduceerd in het lab, waardoor ze niet afhankelijk zijn van oogsten, en het stofje kunnen patenteren. Het wordt dan gewonnen door een fermentatieproces zodat het ook gedeclareerd mag worden als natuurlijke zoetstof. Touché..

Nu het plantje een beetje zijn intrede heeft gemaakt in de industrie, gaat het dus vervangen worden door een labgeproduceerd equivalent. Moeten we daar blij mee zijn? Ik weet het niet. Mijn gevoel zegt dat we wat meer vertrouwen moeten hebben in wat de natuur voor ons heeft bedacht, in plaats van de natuur by-passen om zo meer geld te kunnen verdienen.

donderdag 14 maart 2013

"Geen allergeen"

Deze post verscheen eerder op Foodforfood.info

De diagnose ‘voedselallergie’ wordt steeds vaker gesteld. Soms door de dokter, soms door de consument zelf. Het gevolg? De allergische consument gaat op zoek naar alternatieven voor wat hij niet meer mag eten. En vaak is dat nogal wat, wat er dan niet meer kan...

In het geval van glutenallergie of –intolerantie kun je een heel groot deel van de schappen in de supermarkt overslaan. Gluten zijn eiwitten die voorkomen in veel graansoorten, waaronder tarwe. In heel erg veel verwerkte producten wordt (nog steeds) tarwe verwerkt, terwijl dit helemaal niet nodig is. Lekker makkelijk en goedkoop, zal het wel zijn. Toch zie je het glutenvrije assortiment de afgelopen jaren gestaag groeien, waardoor coeliakiepatiënten (mensen die allergisch zijn voor gluten) tegenwoordig meer keus hebben.

Ook buiten de supermarkt is de groei van glutenvrije producten zichtbaar. In een beetje biercafé wordt vandaag de dag ook glutenvrij bier geserveerd. De meest populaire van dit moment is die van Mongozo. Broodjeszaken zoals Bagels&Beans bieden ook al een glutenvrije bagel aan. Daarnaast gaat MacDonalds dit jaar een pilot uitvoeren met een glutenvrij broodje voor bij de hamburger. We kunnen dus wel zeggen dat glutenvrij de reformwinkel inmiddels overstegen is.

Een andere, veelvoorkomende voedselallergie is lactose-intolerantie. Lactose is een ander wordt voor melksuiker. Het komt voor in melkproducten. Producenten Arla en Campina introduceerden begin deze maand vrijwel gelijktijdig lactosevrije melk in de supermarkten. Toevallig? Het geeft in ieder geval aan dat het een hot item is geweest op de ontwikkelingskalender van beide bedrijven. Arla heeft al aangegeven de komende maanden ook met andere lactosevrije zuivelproducten te komen, zoals yoghurt en roomkaas.

Goed nieuws voor mensen met een lactose-intolerantie, want die kunnen hierdoor weer cappuccino’s drinken met echte melk in plaats van sojamelk. En dus slecht nieuws voor producenten van sojamelk zoals Alpro, die tot op heden de behoefte voor melkproducten voor consumenten met lactose-intolerantie vervulden. Die zullen hun peilers nog meer op duurzaamheid en dierenwelzijn moeten zetten om zich te onderscheiden van het zuivelassortiment.

Geschat wordt dat één op de honderd Nederlanders lijdt aan een vorm van coeliakie. Vijf op de honderd Nederlanders is op een bepaalde mate intolerant voor lactose. Ook al zijn het nog steeds niches, door het aantal groeiende diagnoses wordt het een steeds interessantere markt om je als voedselproducent op te richten.

In Amerika worden gluten zelfs massaal uit het dieet geweerd om gezondheidsovertuigingen, zonder dat deze mensen een allergie of intolerantie hebben (nu al 30 procent van de Amerikaanse bevolking zegt te minderen met gluten). Onderzoekers van het Amerikaans marktonderzoekbureau NPD hebben geen verklaring voor deze beweging, maar geven wel aan dat dit het gezondheidsonderwerp is van het jaar 2013.

dinsdag 12 maart 2013

10 tricks for making packaged food look healthy

Healthy food is Booming! There are numerous trademarks and health claims that giant food producers use to tell us that their products are super healthy.  I understand that claiming to be fitting in a healthy diet is good for sales, so let me give you an insight in the tricks they use to make packaged food looking healthier.

Trick number one:
If you want to add a lot of sugar to your product, add different types. In this way these ingredients won’t be on top of the ingredient declaration, making place for more healthy appearing ingredients. Producers of cereal bars are using this trick very often. They appear to be healthy, but are actually high on calories by sugars and saturated fats. Just making something more complicated than it is works.

Trick number two:
When you produce a product which has a lot of sugar, just mention that it’s low on fats. In this way the attention is put on another health fact. A big lolly pop company tried this once, but fortunately did not get away with it.

Trick number three:
I you are able to replace the sugar for fruit concentrate you can tell the consumer that you did not added any sugar! But you did, in the form of concentrated fruit. Believe me there is nothing healthy about fruit concentrate.

Trick number four:
High fiber content in a product is positive for the healthy image. But fibers are not yummy, so add inulin. This is a fiber powder that keeps your product tasty, but you can write on your packaging that it has a lot of fibers. However It does not work the same as fibers in wholegrain and vegetable. products.

Trick number five:
Make a white bread made of refined flour and add caramel as a brown colorant to make it look like it is healthy cause it’s very brown. Yes, we are that stupid..

Trick number six:
A lot of paste or concentrate of vegetables in your product means bingo. You can calculate these overheated concentrated “was a vegetable once” ingredients back to its original water content. Now your packaging can say: 250 grams of vegetable inside! Even if the product itself only weighs 150 grams. Get it?

Trick number seven:
A pile of evidence tells us that milk is not an essential product everyone should eat. In fact, a lot of scientists say milk is not good for anyone, except the milk of your mother the first year of your life. But there is a big industry around milk products, thus there is a big political lobby around it too. As long as we believe it is healthy they can stay in business. How about that?

Trick number eight:
Switch from regular to biological or ecological ingredients. We consumers actually think the product is healthier. Or make it fair trade or bio dynamic. For us it is all the same; it takes our guilt away.

Trick number nine:
Investing a lot of money in governmental organizations who are seen as an authority helps. They can tell all the consumers your product fits in a healthy diet. Bribing famous persons who are seen as an authority helps as well. Unless they are fat, this makes them less convincing.

Trick number ten:
Add some kind of bacteria nobody has ever heard of to your product and show a lot of fit bellies in the commercial. Even better, make up a name for a new lab created bacteria, so no one else can use it. I’ll bet we believe we get a flat belly and a more regular stool as well.

Dit bericht heb ik in het engels geschreven, omdat ik denk dat het overal ter wereld relevant is.

donderdag 21 februari 2013

De onstuitbare opkomst van eiwit

Eiwitten zijn in de voedselwereld vandaag de dag een veelbesproken onderwerp. Activisten en vegetariërs hameren op de inefficiënte eiwittransities bij vlees, voedingsdeskundigen spreken steeds meer over de gezondheidseigenschappen van eiwit. Vanwege dat laatste verschijnen er steeds meer eiwitverrijkte producten op de markt en eetgewoonten en diëten die (deels) gebaseerd zijn op een hoge eiwitinname. Er gebeurt dus veel rondom eiwit op het moment.

In de sportwereld is dit heel goed zichtbaar. Waar enkele jaren geleden eiwitverrijkte shakes en snacks vooral gegeten werden door bodybuilders en fitnessfreaks, heeft de gewone consument deze inmiddels ook gevonden. Met de groeiende populariteit van fitness slurpt menig mens regelmatig een proteïnenshake naar binnen. De verbinding tussen sport en verhoogde eiwitinname is een vast gegeven geworden.

Maar ook in nu populaire diëten zoals het Paleo-diëet (ook wel het ‘oerdiëet’) en het diëet van dr. Frank speelt eiwit een belangrijke rol. Een verhoogde eiwitinname in combinatie met een verlaagde inname van koolhydraten is volgens beide diëten (deels) het antwoord op overgewicht en andere voedingsgerelateerde welvaartsaandoeningen.

Ook buiten het segment sport- en diëetvoeding is eiwit het nieuwe wapenfeit op het gebied van gezonde voeding. Nog niet lang geleden prijsden producenten zichzelf met teksten als ‘boordevol onverzadigde vetten’ of juist ‘nu 10% minder vet’. Hetzelfde zien we nu gebeuren met eiwitten.
‘Eiwitrijk’ of ‘een bron van eiwit’ zie je nu nog niet zo vaak, maar dit gaat komende tijd veranderen. Producenten mogen echter niet zomaar dit soort termen op de verpakking plaatsen. De term ‘bron van eiwit’ mag pas genoemd worden als 12 procent van de energie in het product uit eiwit komt, en ‘eiwitrijk’ zelfs pas bij 20 procent van de energetische waarde.

Eiwitverrijking beperkt zich niet tot één schap in de supermarkt. In alle schappen zullen eiwitverrijkte producten verschijnen. Denk aan eiwitverrijkte zuivel, dranken, soepen, koeken, brood en nog veel meer.

Maar eiwit heeft ook een schaduwzijde, want productie van met name dierlijke eiwitten (uit vlees, vis en zuivel) hebben een behoorlijke impact op het milieu en wereldwijd is er al een tekort aan eiwit. Dit geeft eiwitrijke diëten een wat nare bijsmaak.
Gelukkig zijn er ook goede plantaardige bronnen van eiwitten zoals peulvruchten. Bonen, erwten en linzen zullen weer meer op ons bord moeten verschijnen. Een initiatief dat zich hier hard voor maakt is de Bruine Bonen Bende. Ook de steeds populairder wordende vleesvervangers zijn vaak van peulvruchten gemaakt.

Met deze groeiende bewustwording van de positieve eigenschappen van eiwitten in voeding kan het haast niet anders, dan dat het Voedingscentrum over een niet al te lange tijd de Schijf van Vijf aan zal moeten passen. Peulvruchten hebben tijdenlang op de bank gezeten, maar krijgen nu een basisplaats, en koolhydraatrijke en suikerhoudende producten zullen hiervoor plaats moeten maken.

Zoals verschenen op foodforfood