maandag 4 november 2013
Wat eten we als de bij er niet meer is?
Er wordt al enige tijd gesproken over massale bijensterfte. Door eenzijdige verbouwing (monoculturen), door een tekort aan stuifmeel veroorzaakt door bestrijding van onkruid en dus ook bloemen, door vergiftiging van de honingbijen door insecticiden en nog een aantal redenen dunnen honingbijenvolkeren steeds verder uit en daarmee komt de productie van ons voedsel in gevaar. Maar wat betekent dat nou, dat de productie van ons voedsel in gevaar is? Hoe onmisbaar is de bij in ons voedselsysteem? Oftewel, wat zouden we eten als de bij er niet meer is?
Allereerst moeten we denk ik verduidelijken dat honingbijen niet de enige insecten zijn die kunnen bestuiven. Naast de honingbij zijn er nog ruim 350 soorten bijen (alleen in Nederland) die ook een rol spelen in de bestuiving van gewassen. Ook hommels zijn goede bestuivers en zweefvliegen, kevers en motten zijn in staat om in mindere mate ook gewassen te bestuiven. Het einde van de honingbij is dus niet per definitie het einde van onze gewassenproductie. Maar ookal is nog nauwelijks onderzocht wat de oorzaken van de honingbijensterfte doet met deze andere bestuivende insecten, is het heel aannemelijk dat deze hier ook door aangetast worden.
Ten tweede is het belangrijk om te weten welke gewassen afhankelijk zijn van bestuiving van insecten. Zo blijkt dat onder andere bulkgewassen zoals rijst, maïs, granen en aardappels niet zo afhankelijk zijn van insecten, maar veel groente- en fruitsoorten wel. 76% van de gewassen op de wereld zijn op zijn minst gedeeltelijk afhankelijk van bestuiving door insecten. Het verdwijnen van bijen en andere bestuivende insecten zal dus leiden tot een flinke verschraling van onze oogst. Vooral groente en fruit, welke rijk zijn aan essentiële nutriënten zoals vitaminen en anti-oxidanten zullen in opbrengst verminderen, of zelfs helemaal verdwijnen. Enkel handmatige bestuiving kan dan nog zorgen voor een antwoord, maar dit gaat groente en fruit dan onmogelijk duur maken.
Het gevolg is meer eenzijdige, nutrientarme maar juist calorierijke voeding. Precies datgene wat nu al een belangrijke oorzaak is van gezondheidsaandoeningen over heel de wereld. In de Westerse wereld komen welvaartsziektes zoals diabetes, hart-en vaatziekten en obesitas steeds vaker voor en in armere landen zorgt eenzijdige, nutrientarme voeding voor vergelijkbare aandoeningen en soms zelfs deficiëntieziektes (tekort aan specifieke nutriënten).
Het verdwijnen van de bij zal ons hoogstwaarschijnlijk dus nog ongezonder maken. Groente en fruit wordt schaars en bewerkelijk om te verbouwen, waardoor niet iedereen dit meer kan betalen. Minder gefortuneerde mensen worden afhankelijk van nutriënten die synthetisch zijn vervaardigd, waar dan ook een enorme business in zal ontstaan. Op het gemiddelde bord ligt een eenzijdige maaltijd met daarnaast een pillendoosje om het tekort aan nutriënten te compenseren. Dit is hoe onze maaltijd eruit ziet als de bij er niet meer is.
Maar ik ben geen doemdenker. Wellicht is het in de toekomst mogelijk om bij het bestuiven van gewassen de bij te omzeilen. Kleine vliegende robots die deze taak op zich nemen, die het zelfs nog efficiënter kunnen dan de bij. Of dat door genetische manipulatie gewassen zelfbestuivend worden. Het is mogelijk dat zodra de nood hoog genoeg is, deze technologische ontwikkelingen een vlucht gaan nemen. Ik hoop echter dat het niet zo ver hoeft te komen. Dat we meer structureel maatregelen gaan nemen om de bijensterfte tegen te gaan, zodat we kunnen blijven genieten van een veelzijdigheid aan groente en fruit, dankzij de bij.
vrijdag 11 oktober 2013
Polderadvies voor betere voeding
Dieetgerelateerde doodsoorzaken staan al jaren boven aan het lijstje van meest voorkomende. Met de groeiende plaag obesitas worden deze cijfers in de komende jaren alleen nog maar bedroevender. Het onderdrukken en genezen van deze aandoeningen is tevens een van de grootste oorzaken van de snel stijgende zorgkosten. De nood is hoog en wordt alleen nog maar hoger. Een andere aanpak in voedingsadvies is gewenst.
We leven in een tijd waar zo goed als alle informatie over gezonde voeding voor iedereen beschikbaar is. Internet staat er vol mee, en een keur aan logo’s prijkt op menige verpakking. Verpakkingen die ons zouden moeten vertellen waarom het product een gezonde keuze is of juist niet. Toch, of misschien wel juist daardoor, is de algemene opvatting van wat een gezond voedingspatroon nog nooit zo ingewikkeld geweest.
Het Voedingscentrum ligt onder vuur. Het instituut wordt beticht van het klakkeloos overnemen van adviezen, die zijn gebaseerd op eenzijdig uitgevoerde onderzoeken. Tevens staat de onafhankelijkheid ter discussie doordat het centrum zich te veel zou laten leiden door de grote voedingsconcerns. Terwijl de invloed van het Voedingscentrum afbrokkelt, staan nieuwe gezondheidsgoeroes op met een visie op voeding en gezondheid die in de meeste gevallen totaal niet strookt met de adviezen van het Voedingscentrum. Ze zijn het over het algemeen ook niet met elkaar eens. Wat er ontstaat is een welles/nietes spel waar ieder, gewapend met allerlei wetenschappelijke studies zijn gelijk probeert te halen.
Ook ik sta sceptisch tegenover de adviezen van het Voedingscentrum en de beweegredenen erachter, maar ik moet zeggen dat het instituut in ieder geval één duidelijke rol heeft die ontzettend belangrijk is voor de volksgezondheid, en dat is het vormen van één duidelijk advies dat gegeven kan worden aan de consument. Op dit moment denk ik dat de goed bedoelde adviezen van alle gezondheidsgoeroes meer kwaad doen dan goed. Want door al die onduidelijkheid wordt de consument juist steeds onverschilliger.
Ik zou er dan ook voor willen pleiten dat iedereen uit de loopgraven komt om op zoek te gaan naar wat al deze verschillende voedingsadviezen gemeen hebben, in plaats van bekvechten over de verschillen. Laten we proberen om gezamenlijk tot één voedingsadvies te komen, dat duidelijk is voor iedere laag in de bevolking. Maar dan wel onafhankelijk van wat voedingsmiddelenconcerns willen verkopen.
Ik zal een beginnetje maken. Ik denk dat vrijwel iedereen het met me eens is als ik zeg dat we vooral minder moeten gaan eten. Kleinere porties met minder calorieën. Volgens mij krijg ik ook weinig weerstand als ik zeg dat minder suiker een goed idee is, en dat we toch echt maar eens meer groente moeten gaan eten. Het vermijden van grote hoeveelheden (vooral geraffineerde) koolhydraten is denk ik ook iets waar we het over eens kunnen worden en ik denk dat we over de consumptie van zuivel en vlees ook wel tot een compromis kunnen komen. Het resultaat is een polderadvies waarin niemand zijn ultieme gelijk krijgt, maar dat in ieder geval voor iedereen een stap in de goede richting is. En dat is een stap die op dit moment hoog nodig is.
Dit bericht verscheen eerder op foodforfood.info
woensdag 18 september 2013
Tuna Melt Down
Enkele jaren geleden heb ik na een lezing van Dos Winkel besloten om geen tonijn meer te eten. Waarom? Omdat tonijn ernstig bedreigd is door overbevissing, en door de ernstige gevolgen die het verdwijnen van de vis met zich mee brengt.
Zo goed als alle tonijnsoorten worden al met uitsterven bedreigd, en erg genoeg wordt de vraag alleen maar groter. Mede door de grootschalige populairiteit van Japanse restaurants wordt er wereldwijd steeds meer tonijn gegeten. Sushirestaurants waar je onbeperkt sushi kan eten zie je overal verschijnen. Maar er is geen onbeperkte voorraad tonijn, en daar wringt de schoen.
Goed, dus dan is de tonijn straks op. Jammer, dan eten we wel iets anders.. Maar zo werkt dat dus niet. Het feit dat wij het niet meer kunnen eten is nog wel het minst erge van de gevolgen van het uitsterven van de tonijn. Hieronder een opsomming van voorvallen die door de afnemende tonijnpopulatie nu al spelen.
1 Kwallenplagen
Door overbevissing van de tonijn en andere vissoorten
krijgen kwallen steeds meer territorium in de oceanen. De balans verschuift,
tot de kwallen in de meerderheid zijn. Maar kwallen, die lusten we niet..
2 ongewilde bijvangstTonijnen zwemmen in grote scholen. De meest effectieve en dus ook de meest gebruikte manier om tonijnen te vangen is dus om met een groot ringvormig net (purse seine netten) de hele club in één keer te vangen. Helaas vangt dit enorme net niet alleen de tonijnen, maar ook een grote verscheidenheid aan andere zeedieren, zoals zeeschildpadden, roggen, zeldzame haaien, eigenlijk praktisch alles wat toevallig in de buurt zwemt.
3 Illegale vangst
Omdat er steeds minder tonijnen zijn worden ze dus ook steeds zeldzamer en dus duurder. En iets wat veel geld oplevert, is per definitie snel in de illegaliteit verwikkeld. Hierdoor is het aantrekkelijk voor vissers om tonijn illegaal te bevissen, buiten de visquota om, waardoor de tonijnpopulatie helemaal niet meer te reguleren is. Greenpeace heeft aangegeven dat 1 op de 5 gevangen tonijnen waarschijnlijk illegaal gevangen is.
4 Algenoverlast
De tonijn zit als grote roofvis vrij hoog in de voedselketen van de oceaan (naast de mens heeft de tonijn weinig vijanden). Als dieren bovenaan de voedselketen wegvallen heeft dit enorme gevolgen op het gehele ecosysteem. De vissen die normaal door de tonijnen gegeten zouden worden groeien uit tot ongezond grote populaties, waardoor de visjes die weer door die vissen gegeten worden ook uitsterven. Die visjes zouden normaal gesproken algen opgegeten hebben. Doordat dit nu niet gebeurt, krijgen algen steeds meer vrij baan, en veranderen sommige delen van de oceanen in groene algenslurries, waardoor ander leven verstikt wordt.
5 Tonijnvetmesterijen
Doordat de vangst op grote tonijnen terugloopt zijn bedrijven in landen langs onder andere de Middellandse zee massaal gaan investeren in het opfokken en vetmesten van tonijnen. In de Middellandse zee leeft nog maar een fractie van de tonijn die er vroeger zat, en wat er zwemt is voornamelijk klein. Deze kleine tonijnen worden met behulp van snelle boten, vliegtuigen en helicopters gevangen om vervolgens vetgemest te worden in drijfkooien. Om de tonijn vervolgens 1 kilo aan te laten komen, is er 20 kilo andere vis nodig. De uitwerpselen en de visrestanten van deze tonijnen vervuilen vervolgens weer de gebieden rondom de kooien. Dit soort aquafarming is bij eigenlijk alle vissen niet rendabel, maar door de hoge prijzen nu dus wel voor tonijn.
Daarom dus, ben ik gestopt met het eten van tonijn. Eten van
een stukje gegrilde tonijn is praktisch hetzelfde als het eten van een
pandaburger of tijgersteak. Not done..
Over de gezondheid van tonijn valt ook nog wel te twisten. Omdat het zo hoog in de voedselketen zit bevat tonijn behoorlijk wat zware metalen zoals kwik. Daarnaast bevat het in verhouding met kleine vette vissen zoals sardine, haring of makreel eigenlijk maar weinig omega 3 vetzuren.We zijn al een heel eind op weg om de tonijnen uit te roeien. Vijf van de acht soorten tonijn die commercieel bevist worden staan al op het punt van uitsterven, en de overige drie doen het ook niet heel goed. Volgens de International Union for the Conservation of Nature (IUCN) is het heel waarschijnlijk dat als we doorgaan met het eten van tonijn zoals we dat nu doen, dat er in 2020 geen tonijn meer in de supermarkten zal liggen. 2020, dat is dus al over 6 jaar.
Wie gaat er verantwoordelijkheid nemen? Wil jij nu je dit weet eigenlijk nog wel tonijn eten? Zouden restaurants nog tonijn moeten aanbieden? Moeten groothandels het nog wel verkopen? En de visboer, de specialist, die dit eigenlijk allemaal al hoort te weten, waarom verkoopt die nog tonijn?
donderdag 12 september 2013
Smullen met peulen
In een gezond voedingspatroon krijgen we voldoende energie binnen in de vorm van eiwitten. Eiwitten via vlees, vis, eieren en zuivel maar ook via plantaardig voedsel zoals noten, zaden, groenten en peulvruchten.
Vooral die laatste productgroep komt de laatste jaren steeds vaker terug in discussies als goede bron van eiwitten, maar in de praktijk eten we in Nederland nog maar weinig bonen, kikkererwten, linzen, kapucijners, lupine en soja in vergelijking met andere landen. En dat is zonde, want peulvruchten zijn naast rijk aan eiwitten ook nog eens vriendelijker voor het milieu door de lage CO2 uitstoot en is er door het eten van peulvruchten ook geen dierenleed.
Met dit als voornaamste redenen hield ik onlangs een 'LabJam', een soort jamsessie maar dan met eten, gewijd aan de ontwikkeling van innovatieve voedselproducten op basis van peulvruchten. Tijdens deze sessie bedachten we bijvoorbeeld echt lekkere en verse kant-en-klare maaltijden op basis van peulvruchten.
Gelukkig zijn wij niet de enigen die het belang van de herintreding van de peulvrucht in de Nederlandse voedselcultuur inzien. Al enkele jaren strijden verschillende initiatieven voor een belangrijkere plaats van de peulvrucht in onze keuken. Twee jaar geleden werd er onder de naam Bonenestafette door een grote groep bekende en minder bekende Nederlanders telkens drie dagen achter elkaar peulvruchten gegeten waarna het stokje werd doorgegeven. Intussen werd de hashtag #bonenestafette veelvuldig gebruikt op Twitter.
Dit najaar organiseren o.a. Urgenda en de Bruine Bonen Bende weer een happening met de peulvrucht in de hoofdrol, de Peulenparade. Deze editie is er nog groter uitgepakt en zijn ook grote cateraars en meerdere Haagse ministeries van de partij.
Voor veel mensen zijn bonen maar saai en peulvruchten stoffig. Maar je hoeft niet ver vooruit te kijken om te zien dat de bonenbeweging in volle vaart op ons af komt. Peulvruchten raken in de mode en iedereen zal het weten. Deze opkomende groeimarkt biedt een enorme kans die in de voedingsmiddelenindustrie nog verassend vaak over het hoofd wordt gezien. Maar zodra enkele verstandige ondernemers het licht zien, zullen er steeds meer lekkere en onderscheidende producten op basis van peulvruchten op de markt komen. Voor nu kun je alvast op de recepten vinden (en delen) op de Facebookpagina van de Peulenparade.
Dit artikel verscheen zaterdag 7 september 2013 in de Trouw.
Vooral die laatste productgroep komt de laatste jaren steeds vaker terug in discussies als goede bron van eiwitten, maar in de praktijk eten we in Nederland nog maar weinig bonen, kikkererwten, linzen, kapucijners, lupine en soja in vergelijking met andere landen. En dat is zonde, want peulvruchten zijn naast rijk aan eiwitten ook nog eens vriendelijker voor het milieu door de lage CO2 uitstoot en is er door het eten van peulvruchten ook geen dierenleed.
Met dit als voornaamste redenen hield ik onlangs een 'LabJam', een soort jamsessie maar dan met eten, gewijd aan de ontwikkeling van innovatieve voedselproducten op basis van peulvruchten. Tijdens deze sessie bedachten we bijvoorbeeld echt lekkere en verse kant-en-klare maaltijden op basis van peulvruchten.
Gelukkig zijn wij niet de enigen die het belang van de herintreding van de peulvrucht in de Nederlandse voedselcultuur inzien. Al enkele jaren strijden verschillende initiatieven voor een belangrijkere plaats van de peulvrucht in onze keuken. Twee jaar geleden werd er onder de naam Bonenestafette door een grote groep bekende en minder bekende Nederlanders telkens drie dagen achter elkaar peulvruchten gegeten waarna het stokje werd doorgegeven. Intussen werd de hashtag #bonenestafette veelvuldig gebruikt op Twitter.
Dit najaar organiseren o.a. Urgenda en de Bruine Bonen Bende weer een happening met de peulvrucht in de hoofdrol, de Peulenparade. Deze editie is er nog groter uitgepakt en zijn ook grote cateraars en meerdere Haagse ministeries van de partij.
Voor veel mensen zijn bonen maar saai en peulvruchten stoffig. Maar je hoeft niet ver vooruit te kijken om te zien dat de bonenbeweging in volle vaart op ons af komt. Peulvruchten raken in de mode en iedereen zal het weten. Deze opkomende groeimarkt biedt een enorme kans die in de voedingsmiddelenindustrie nog verassend vaak over het hoofd wordt gezien. Maar zodra enkele verstandige ondernemers het licht zien, zullen er steeds meer lekkere en onderscheidende producten op basis van peulvruchten op de markt komen. Voor nu kun je alvast op de recepten vinden (en delen) op de Facebookpagina van de Peulenparade.
Dit artikel verscheen zaterdag 7 september 2013 in de Trouw.
dinsdag 16 juli 2013
Nog minder groente en fruit..
Tien jaar geleden waren we ons er al van bewust dat we met zijn allen te weinig groente en fruit eten. Toch is de consumptie van groente en fruit in de afgelopen tien jaar weer verder gedaald, volgens een onderzoek van de Rabobank dat begin deze maand gepubliceerd is. De onderzoekers van de Rabobank stellen onder andere dat het gebrek aan gemak een belangrijke oorzaak is van de afgenomen consumptie van groente en fruit. Dit laatste vind ik toch wat kort door de bocht.
De onderzoekers van de Rabobank menen dat de voedselindustrie moet investeren in de populariteit van groente- en fruitgemaksproducten. Maar de afgelopen tien jaar is juist de omvang van het koelverse schap met voorgesneden, voorgewassen en kant-en-klare groente- en fruitproducten enorm toegenomen, wat heeft geresulteerd in een verschuiving van verkoop van onbewerkte groente en fruit naar kant-en-klaar gesneden groente en fruit. Nu blijkt dat dit de daling van de consumptie van groente en fruit toch niet heeft kunnen voorkomen.
Ook de hoge prijzen van groente en fruit worden wel eens als consumentenbezwaar opgegooid. Maar de prijzen van groente en fruit in de supermarkt zijn minder hard gestegen dan het gemiddelde van alle voedselproducten in de supermarkt, aldus de onderzoekers.
Ook zou de consumptie van groente- en fruitproducten erg veel last (concurrentie) hebben van creatief vermarkte ‘processed’ producten van grote producenten, omdat die met hun enorme marketingbudgetten veel beter consumenten kunnen binden aan hun producten.
De onderzoekers van de Rabobank menen dat de voedselindustrie moet investeren in de populariteit van groente- en fruitgemaksproducten. Maar de afgelopen tien jaar is juist de omvang van het koelverse schap met voorgesneden, voorgewassen en kant-en-klare groente- en fruitproducten enorm toegenomen, wat heeft geresulteerd in een verschuiving van verkoop van onbewerkte groente en fruit naar kant-en-klaar gesneden groente en fruit. Nu blijkt dat dit de daling van de consumptie van groente en fruit toch niet heeft kunnen voorkomen.
Ook de hoge prijzen van groente en fruit worden wel eens als consumentenbezwaar opgegooid. Maar de prijzen van groente en fruit in de supermarkt zijn minder hard gestegen dan het gemiddelde van alle voedselproducten in de supermarkt, aldus de onderzoekers.
Ook zou de consumptie van groente- en fruitproducten erg veel last (concurrentie) hebben van creatief vermarkte ‘processed’ producten van grote producenten, omdat die met hun enorme marketingbudgetten veel beter consumenten kunnen binden aan hun producten.
Maar waar ligt nou het antwoord? Hoe gaan we ervoor zorgen dat we niet over tien jaar weer ergens in een onderzoek lezen dat we nog minder groente en fruit eten? Wie moet er in actie komen? Producenten? Telers? De overheid? Artsen? Diëtisten? Ik ga graag met jullie in discussie om tot een plan te komen dat de trends doet omslaan en ons weer massaal aan het groente en fruit krijgt!
vrijdag 12 juli 2013
Potjespesto: De verpeste smaak van de Nederlander
Nederlanders mogen graag kijken naar kookprogramma’s waar koks als Jamie Oliver laten zien hoe je eenvoudig en snel een verse pesto maakt. Maar uit een onderzoek van de Consumentenbond blijkt dat wij vers bereide pesto al lang niet meer zo lekker vinden, en dat we qua smaak onze voorkeur geven aan potjespesto uit het supermarktschap. In de pestotest van de Consumentenbond werd een vers bereide pesto naar traditioneel Italiaans recept in een blinde test vergeleken met pesto’s uit potjes van verschillende merken. Merkwaardig genoeg werd de vers bereide pesto door het panel van veertig consumenten als minst lekker beoordeeld.
Wat maakt verse pesto anders dan pesto uit een potje? Het heet immers nog steeds pesto, het is nog steeds soort van groen en vaak staan op de voorkant van het potje enkele van de kenmerkende traditionele ingrediënten afgebeeld, zoals basilicum, olijfolie, kaas en pijnboompitten.
Het traditionele recept voor pesto genovese telt slechts zes ingrediënten: basilicum, pijnboompitten, olijfolie, Pecorino-kaas, knoflook en zout. In het gemiddelde pestopotje zit ruim het dubbele aan verschillende ingrediënten, waaronder enkele vreemde, zoals aardappel, glucosesiroop, cashewnoten en zelfs yoghurt. Tevens blijken maar weinig van de traditionele ingrediënten van pesto terug te vinden in de potjes.
'Veel dure ingrediënten zijn
vervangen door goedkope varianten'
Een mogelijk antwoord is te vinden in het fenomeen smaakvervlakking. Al enkele decennia lang is er een vervlakking zichtbaar in de smaak van de consument. We houden niet zo van bitter, en dus worden er minder bittere varianten van bijvoorbeeld spruitjes of witlof geteeld, die dus vlakker van smaak zijn. Iets soortgelijks is bij samengestelde producten denkbaar, waarbij traditionele recepten te uitgesproken zijn voor de gemiddelde consument en afgevlakte varianten favoriet zijn.
Het gemis van de complexe smaken wordt vervolgens gecompenseerd met meer simpele smaakbelevingen van zoet (dus suiker) en zout. Omdat dit zeer goedkope ingrediënten zijn, maken levensmiddelenproducenten hier gretig gebruik van, en complexe, dure ingrediënten worden vervangen door goedkope toevoegingen zoals suiker en zout, waar de mens evolutionair al een voorkeur naar heeft. Sommige onderzoeken beweren zelfs dat deze ingrediënten een verslavende werking hebben, waardoor de voorkeur voor producten met toegevoegde suiker en veel zout nog groter wordt.
'Producenten verdienen nu
eenmaal beter met goedkopere,
vlakke producten'
Nu is de vraag of deze situatie een probleem is. Kan het kwaad als mensen minder complexe, vlakkere producten eten? Qua smaak is het een eigen voorkeur en is er dus niets mis mee, maar qua voedingswaarde zijn er wel wat bezwaren. Complexe smaken zijn vaak ook rijk aan een complexe voedingswaarde zoals anti-oxidanten, vitaminen en specifieke aminozuren en vetzuren. Door deze te vervangen door suiker of zout ontstaat een negatief effect op de volksgezondheid.
Maar wat kunnen we hier nu aan doen? Wij vroegen het aan de Nederlandse specialist op het gebied van smaak, Peter Klosse. Hij stelt: “De consument is nu gewend aan pesto uit een potje, maar de interesse in voeding is juist nu heel groot. Door de consument mee te nemen en te informeren over hoe echte producten zoals pesto kunnen smaken, kan de consument ook ontwennen aan de potjespesto. Dit is niet de rol van de producenten van potjespesto, want die hebben hier geen enkel belang bij. Maar nieuwkomers op de markt kunnen hier op inspelen. Ook de horeca kan hier een belangrijke rol in spelen, door het vertellen veel meer op te pakken dan ze nu doen, en meer vertegenwoordiger te worden van echte smaak.”
Er ligt dus een enorme uitdaging, maar ook een kans voor nieuwkomers die echt verse pesto’s op de markt brengen, en hier het verhaal bij vertellen. Niet via klassieke kanalen maar juist via moderne marketing, om op een laagdrempelige manier een groot publiek te bereiken. Niet uit winstbejag, maar vanuit de passie om echte producten te maken.
Dit artikel verscheen eerder op foodforfood.info
dinsdag 9 juli 2013
Groentefriet
Dit artikel verscheen eerder op trouw.nl
Maar wat krijg je nou eigenlijk binnen als je deze groentefriet eet in vergelijking met normale patat? En zorgt dit patatje gezond niet voor een wel erg makkelijk alternatief voor ouders die moeite hebben met hun kinderen te leren groente waarderen?
Mijn eerste gevoel is: dit klopt niet. Maar als ik wat beter kijk naar de voedingswaarden en de ingrediënten moet ik toch nageven dat het voedingstechnisch niet zo slecht in elkaar zit. Groentefriet bestaat voor het grootste deel uit witte bonen, wortel en maïs. Daarnaast wordt er nog wat ei, zetmeel, olie en kruiden en specerijen toegevoegd.
In vergelijking met normale frieten bevat groentefriet minder caloriën en meer vezels. Nu zijn vezels natuurlijk niet het enige wat groente gezond maakt en zijn witte bonen, wortel en maïs niet de beste jongetjes uit de groenteklas maar over het algemeen kunnen we wel stellen dat ze een stuk minder ongezond zijn dan regulier gebakken frietjes.
In vergelijking met verse groenten is het juist weer ontzettend calorierijk. De groentefriet bevat ruim vijf keer meer calorieën dan de gemiddelde gekookte groente. Om dezelfde hoeveelheid vezels uit groente binnen te krijgen bij consumptie van 100 gram groentefriet moet je 300 gram verse groente eten! Maar zoals ik al zei, vezels zijn niet het enige gezonde in groenten. Veel andere gezonde stoffen zoals vitaminen en anti-oxidanten zitten niet in de groentefriet, maar wel in verse groente.
De maker van de groentefriet dekt zich gelukkig wel in door te zeggen dat groentefriet geen groentevervanger is, maar een frietvervanger, en dat je er dus altijd groente naast moet serveren. Als ouders dit dan ook werkelijk gaan doen zie ik absoluut geen bezwaar in dit product en denk ik dat het een goede en minder ongezonde aanvulling is op huidige gefrituurde garnituren. Ik heb echter wel mijn twijfels of de gemiddelde consument dit ook zo gaat gebruiken, of dat het opgediend wordt als een compromisgroente om het rustig te houden aan de eettafel.
Wellicht vinden kinderen de groentefrietjes wel heel lekker, en mits het gegeten wordt naast wat extra groente, denk ik dat het product best een gezonde(re) aanvulling kan zijn. Ikzelf zal tien van de tien keer kiezen voor frietjes van echte aardappelen, met wat meer groente ernaast om aan mijn vezeltjes te komen.
Abonneren op:
Posts (Atom)