In je eerste levensjaren was je een superproever. Je lustte alles en je vermogen om complexe smaken te proeven werkten vele malen beter dan nu. Helaas heb je hier hoogstwaarschijnlijk niet veel mee gedaan. Tenminste, als je net als veel anderen vooral tot snot gekookt potjesvoer hebt gekregen.
Je hebt bij de geboorte duizenden
smaakpapillen in de mond. Zodra je dertig bent is hier nog maar 5-10% van
over. Als klein kind kon je dus veel beter proeven.
Hierdoor ervaar je smaken in die periode veel intenser en heb je voorkeur voor
mildere, minder zoete, zoute, zure of bittere smaken.
Ondanks deze voorkeur voor mildere
smaken is een kind in de eerste levensjaren een avonturier. Alles is nieuw, en
alles wordt geprobeerd. Hét moment om te experimenteren met het wennen aan
verse smaken. Na die eerste jaren verdwijnt deze avontuurlijke instelling bij
een kind, en staat het niet meer open voor nieuwe smaken en texturen.
Evolutionair is dit goed te verklaren.
In de eerste levensjaren zijn kinderen
niet in staat zelfstandig te eten en kunnen ze niet veel anders dan vertrouwen
op de moeder dat het voedzaam, niet-giftig eten krijgt. Maar vanaf het moment
dat het kind gaat lopen en kruipen, kan het kind praktisch gezien ook zelf
dingen in de mond steken. Vandaag de dag doen we er van alles aan om ervoor te
zorgen dat een kind zichzelf niet vergiftigt, maar in de tijd van de jagers en
verzamelaars zou de avontuurlijke geest van een kind het einde betekenen. Dus
eet het kind enkel wat het in de eerste levensjaren geleerd is te eten.
Dit zou dus betekenen dat als een kind
in de eerste levensjaren niet of nauwelijks in contact komt met bijvoorbeeld
verse groente, de kans groot is dat het kind het op iets latere leeftijd niet
wil eten. De potjes met babyvoeding van deze tijd staan heel ver af van de
smaak en textuur van vers bereid eten. Er zijn natuurlijk nog veel meer
factoren, zoals opvoeding om maar iets te noemen, maar ik kan het niet helpen
een duidelijke connectie te zien.
Meer vers bereid eten dus, in de eerste
levensjaren. Maar wel te allen tijden veilig! Je kunt namelijk veel over de
producenten van potjes babyvoer zeggen, maar onveilig is het niet.
Voedselveiligheid is in deze ontzettend kwetsbare doelgroep nog belangrijker
dan smaak en textuur. Er zijn nieuwe start-ups die zich bezig houden met verse
babyvoeding, maar die te weinig maatregelen nemen om de veiligheid te
garanderen. Het is dan wachten tot het een keer fout gaat, en dan gaat het ook
goed fout.
Vers bereid en toch veilig. Dan heb je
eigenlijk nog maar twee goede keuzes. Je kunt het zelf maken. Belangrijk is dan
om het niet te lang te bewaren en om in ieder geval geen zout toe te voegen.
Porties invriezen is een goede mogelijkheid, maar wel goed de datum erop
schrijven om vergissingen te voorkomen. Of je hebt hier allemaal geen tijd voor
en koopt babyvoeding dat met een milde conserveringstechnologie behandeld is,
zoals pascalisatie. Vers bereid en toch veilig is hierdoor
goed te combineren in een kant-en-klaarproduct. Nu nog een partij die hier
in durft te stappen.